Springen voor dummies: wat betekenen de termen?
Ik vind springen prachtig om te zien, echt waar. Maar ik zou het zelf nooit durven.. Ik heb dan ook echt diep respect voor allen die het wel aandurven! Een goede vriendin van mij springt ook op wedstrijdniveau en zo nu en dan hoor ik haar praten over dingen die voor mij een mysterie waren. Daarom heb ik wat vaker voorkomende springtermen op een rijtje gezet.
Aanrijden: Nee, niet met een auto! Hier wordt in de springsport het moment van naar de sprong toe rijden bedoeld.
Barrage: Eigenlijk na je normale rondje mag je, als het nodig is, een barrage rijden. Dit is namelijk een extra proef die je rijdt als je samen met een andere ruiter gelijk bent geƫindigd. Het eindresultaat wordt beslist door springfouten, tijdfouten of een combinatie van beide. In de kern is de barrage echt een tijdsrit om te strijden met een gelijke amazone.
Cavaletto of Cavaletti: Een kleine hindernis van gemiddeld max. 50 cm hoog. Kan met een blok zijn aan weerszijde of bijvoorbeeld een houten kruisje.
In-uit: Hierbij zijn er twee hindernissen vlak achter elkaar gezet. Niet zo dicht bij elkaar als een oxer, niet zo ver als een dubbelsprong. Er zit namelijk precies een pas tussen. Het vraagt dus hele goede coƶrdinatie van ruiter en paard!
Dubbelsprong: Wanneer er twee hindernissen vlak achter elkaar staan, maar wel met nog een aantal galopsprongen er tussen, noemen we dit een dubbelsprong. De hindernissen kunnen niet afzonderlijk genomen worden.
Drievoudige sprong: De uitbreiding van de dubbelsprong. Het gaat hier om drie sprongen die vlak achter elkaar zijn geplaatst. Ze dienen wel in aparte sprongen genomen te worden, maar kunnen niet afzonderlijk genomen worden. Om die reden worden ze wel gezien als Ć©Ć©n hindernis.
Triple Bar: Dit is eigenlijk een variant op de voorgaande drievoudige sprong en de hierna volgende oxer. Het is namelijk een hindernis die bestaat uit drie evenwijdig achter elkaar geplaatste bomen die oplopen in hoogte welke in Ć©Ć©n sprong genomen kan worden.
Oxer: Een oxer is een hindernis die bestaat uit Ć©Ć©n sprong, welke wel de breedte in gaat. Het zijn namelijk twee hindernissen vlak naast elkaar. Als deze balken op gelijke hoogte zijn heet dat een dubbele oxer. Als de achterste balk hoger is dan de voorste balk, dan heet dat een oplopende oxer.
Basculeren: Wanneer een paard boven de sprong is, is het de bedoeling dat hij zijn hoofd, hals en rug goed bol maakt. Dit voor optimaal spiergebruik. Deze houding of beweging wordt basculeren genoemd.
Stijlsprong: Een hindernis waarbij de balk(en) gewoon horizontaal op de staanders hangen.
Kruisje of kruissprong: Bij deze hindernis worden twee balken diagonaal opgehangen. Met de onderkant op de grond natuurlijk.
Grondbalk: een balk die vaak wat voor de sprong op de gron
d ligt. Deze zou het paard moeten helpen met de afstand beter inschatten.
Voor nu is dit een mooi begin van hindernissen en termen om een beeld te krijgen bij de springsport. Binnenkort komt er ook een artikel over de uitrusting bij springen.
Groetjes Lara!